ves.sr

centrale_bank_van_suriname_cbvs_DetailfotoPARAMARIBO – Het moet duizelingwekkend zijn voor de gemiddelde burger om al die meningen van voor- en tegenstanders van de valutaveilingen, die vanuit hun belangen recht van praten hebben, aan te horen. Voor de breedste laag van de samenleving die niet over een kluis vol geld beschikt, namelijk loontrekkers en de minder draagkrachtigen, is het gissen over wie de waarheid spreekt en hoe verder.Wat ook die meningen zijn, er zijn drie onomstotelijke feiten.

Ten eerste: het dagelijkse leven wordt almaar duurder terwijl er geen duidelijk zicht is op waar de prijsstijgingen zullen eindigen. Ten tweede: de regering en monetaire autoriteiten worstelen om het vertrouwen te herwinnen. Hen treft terecht blaam als grote veroorzaker van de huidige financiële crisis. Ten derde: enerzijds staat dat deel van de samenleving dat ervan uitgaat dat president Bouterse en zijn regeerteam het verder zullen verpesten en anderzijds dat deel van de gemeenschap dat erop vertrouwt dat zaken weer in rustig vaarwater terecht zullen komen. Voor wat dat laatste betreft worstelt de president met het imago van ‘ te sneki beti yu, te yu si woron yu e lon!

Zowel voor- als tegenstanders van de valutaveilingen zijn het er unaniem over eens dat de veilingen een duidelijk teken zijn dat de overheid en zij die van haar afhankelijk zijn, zware financiële tijden meemaken. Dit systeem van valutaveilingen zou het effectiefst zijn geweest in 2013 toen de nationale valutareserves boven de één miljard US dollars lagen. Professor-econoom Anthony Caram pleitte toen, naar blijkt aan dovemansoren, voor een flexibele koers, wat de valutaveilingen nu in wezen zijn, waarbij de prijzen van de US dollar en euro eerlijk en transparant bepaald worden door de banken en de handel. Met een nationale reserve van één miljard US dollar zou de Centrale Bank van Suriname (CBvS) alleen hoeven in te komen om de rug van ‘koersopdrijvers’ te breken. De valuta- veilingen zijn er nu kennelijk, omdat Caram het beleid van de moederbank helpt bepalen.

Waarom toen niet ?

Dit flexibele koerssysteem keert voor het eerst in bijkans vijftien jaar terug. Toenmalig en nu wijlen CBvS-president André Telting was de eerste in ‘s lands jonge geschiedenis die met succes een officiële koers kon verdedigen, toen SRD 2,80 na het vervangen van de gulden met de Surinaamse dollar in 2003. Dit was alleen mogelijk met een sterke dekking van de nationale munteenheid, oftewel stevige nationale valutareserves, die mede zijn opgezet met verdragsmiddelen. Maar CBvS-statistieken laten zien dat ook in de perioden Venetiaan II en III, de SRD altijd onder druk heeft gestaan als de nationale valutareserves laag waren.

Door de dekking van de SRD op peil te houden, en niet fors uit te geven, is de koers van SRD 2,80 bijkans tien jaar lang verdedigd. Deskundigen als Caram waren toen ook geen voorstander hiervan. Maar het kunnen verdedigen van een officiële koers werd in podiumtaal geroemd als symbool van gedegen politiek-bestuurlijke kennis. Maar ook Telting kon de SRD 2,80 in aanloop naar de verkiezingen van 2010 niet verdedigen en de straatkoers steeg naar SRD 3,80.

Oorzaak

Politiek populisme heeft in de afgelopen zeven jaar geleid tot afzwakking van de Surinaamse dollar. Waarschuwingen van organisaties als het Internationaal Monetair Fonds zijn tussen 2009 en 2011 in de wind geslagen door machthebbers, en de bekende Fiso I en II-loonronden voor de ambtenarij zijn doorgedrukt. De regering Bouterse op haar beurt heeft geld gesmeten tegen sociale voorzieningen voor minder draagkrachtigen, daarbij kan gedacht worden aan de naschoolse opvang, gratis onderwijs en medische zorg voor jong en oud, woningbouw en verhoogde bijstandsuitkeringen.

Een economische wetmatigheid leert dat er gewerkt moet worden naar loonsverhogingen en sociale voorzieningen toe, door meer te verdienen. Meevallers zoals hoge gouden olieprijzen, zijn niet blijvend. Gedegen salarissen en een sterk sociaal vangnet zijn cruciaal voor een gezonde natie.

Echter, de politiek heeft deze zaken tussen 2009 en 2015 doorgedrukt met een oneigenlijk doel voor ogen: het veiligstellen van politieke macht. “Wij hebben (tussen 2014 en 2015, … red. ) ruim een half miljard US dollar boven ons vermogen geleefd”, zei Sigmund Proeve, voorzitter van de Bankiersvereniging en algemeen directeur van DSB Bank deze week tegen journalisten. Hij zegt terecht “wij”, omdat de commerciële banken bereid gevonden werden om SRD 1,4 miljard aan de regering te lenen in die periode. De regering heeft er dankbaar gebruik van gemaakt om een verkiezing te winnen.Het was geen geld dat verdiend is uit de export van goederen met een ‘Made in Suriname’-zegel. Het resultaat: een zwakkere SRD.

Hoe verder ?

Volgens Winston Ramautarsing, voorzitter van de Vereniging van Economisten in Suriname, en Proeve zijn de valutaveilingen goed voor Suriname. Maar daarnaast moeten de nationale valutareserves bij de CBvS weer aangevuld worden. Ook moet serieuze, eerlijke en duurzame productie worden gestimuleerd, en geen witwasbedrijven zoals casino’s en autohandelszaken. “Witwasbedrijven vertrekken als eerst wanneer het slecht gaat en buiten valutaschaarste uit”, waarschuwde oud-politiecommissaris Krishnakoemarie Mathoera onlangs in het parlement.

Opeenvolgende regeringen hebben één ding gemeen: slechte beoordelingen door de buitenwereld over drugs- en mensenhandel, witwaspraktijken en corruptie. Zo houdt men geen sterke SRD, stabiele wisselkoers, gedegen lonen, gratis onderwijs en medische voorzieningen en sociale woningbouw in stand, met of zonder valutaveilingen.

Bron: DWTonline.com
http://www.dwtonline.com/laatste-nieuws/2016/04/10/analyse-zijn-de-valutaveilingen-nou-de-oplossing-of-niet/